De oceaan bestaat uit verschillende lagen, elk met hun eigen densiteit of dichtheid, bepaald door zoutgehalte en temperatuur van het water. Grosso modo kunnen we stellen dat warme, minder zoute lagen bovenaan liggen en koude, zoutere lagen daaronder. Deze dichtheidsverschillen zorgen ervoor dat grotere watermassa’s elk hun plaats innemen en oceaanstromingen aandrijven. Deze oceaanstromingen zijn niet alleen zeer effectief bij het herverdelen van zuurstofgas en voedingsstoffen op grote schaal, ze kunnen lokaal ook ingrijpende effecten op het klimaat hebben (lees hierover meer in de module ‘Oceaancirculatie’).
Wanneer het oppervlaktewater verder opwarmt door de klimaatverandering, komt dit systeem in gedrang. Het transport van zuurstofrijk oppervlaktewater naar de diepzee wordt moeilijker. Dit principe wordt duidelijk gemaakt in onderstaande experimenten.
Bekijk de gefilmde experimenten hieronder en download de ingevulde leerkrachtenversie en de werkbundel voor de leerlingen.
Ingevulde werkbundel voor leerkrachten